Checklist: Feedback geven en ontvangen

Voor veel medewerkers voelt feedback als kritiek. Dat kan spanning geven of misverstanden veroorzaken. Toch is feedback heel belangrijk. Je leert ervan en het maakt jullie beiden beter. Met deze checklist zorg je voor een open en veilige sfeer. Zo is feedback geven en krijgen minder spannend.

1. Kies een goed moment en praat één-op-één
Feedback werkt het beste als iemand zich veilig voelt. Kies daarom een rustig moment zonder afleiding. Geef nooit feedback terwijl anderen erbij zijn of tijdens drukke momenten. Dat maakt mensen onzeker of boos.
Plan liever een kort gesprek met één persoon. Zeg ook duidelijk waarom je feedback geeft: je wilt samen groeien, niet iemand afvallen. Een goede sfeer zorgt voor een goed gesprek.

2. Praat over gedrag, niet over iemands karakter
Maak je feedback duidelijk en simpel. Zeg wat iemand doet of heeft gedaan. Zeg niet iets over iemands persoonlijkheid. Zo voorkom je dat iemand zich aangevallen voelt. Vertel wat er gebeurde, wat het gevolg was, en stel daarna een open vraag.
Voorbeeld:
Niet: "Je bent onzorgvuldig."
Wel: "In de laatste levering zaten drie verkeerd verpakte producten. Daardoor moesten we alles opnieuw inpakken. Hoe denk je dat dit is gebeurd?"

3. Vraag zelf ook om feedback
Laat merken dat feedback geven normaal is. En dat jij zelf ook openstaat voor feedback. Dat maakt het makkelijker voor anderen om iets te zeggen. Het zorgt voor vertrouwen in het team. Stel gerichte vragen over jouw manier van werken, leidinggeven of samenwerken.

Voorbeeldvragen:

• Wat vond je van het overleg net? 
• Was het duidelijk genoeg?
• Heb je tips hoe ik beter kan helpen als het druk is?

4. Maak feedback normaal op de werkvloer
Wacht niet tot het jaarlijkse gesprek. Geef tussendoor korte en positieve feedback. Moedig ook medewerkers aan om elkaar feedback te geven, op een respectvolle manier. Laat feedback altijd gericht zijn op beter samenwerken.

Voorbeelden:

• Begin een overleg met: "Wat ging goed deze week? Wat kunnen we volgende keer anders doen?"
  
• Plan korte check-ins: elke maand 10 minuten om samen vooruit én terug te kijken.
  
  

5. Geef ruimte om te reageren
Feedback is een gesprek, geen eenrichtingsverkeer. Laat de ander reageren, meedenken of even nadenken. Verwacht niet meteen een oplossing. Zeg dat je er later nog op terug kan komen als iemand dat fijn vindt. Blijf daarna niet steeds vragen of het al opgelost is. Toon vertrouwen.

Voorbeeld:
Neem rustig even de tijd. Als je wilt, kunnen we er volgende week nog even over praten.

Goede feedback begint altijd met vertrouwen.
Door een goed moment te kiezen, duidelijk te praten en feedback gewoon te maken op de werkvloer, groei je samen. Niet door te oordelen, maar door open te zijn en echt in gesprek te blijven. Zo bouw je samen aan een gezonde werksfeer, waarin iedereen zich serieus genomen voelt.